15/03/2023

Waar een klein dorp groot in kan zijn

Lees hier het verhaal van Ger van den Hombergh uit Lomm, wiens boerderij tot 2 keer toe overstroomde. En waar niet alleen het hele dorp kwam helpen, maar ook koningin Beatrix op bezoek kwam.

“December 1993, ik hoorde op het nieuws dat het water in Itteren en Borgharen de hoogste stand van de laatste decennia zou bereiken. Dat is slecht nieuws voor ons. Wij wonen in de Voort in Lomm. En we hebben naast Sanne en Stan net Nikki gekregen, ruim drie maanden oud. Naast dit gezin hadden we een melkveebedrijf met 130 stuks vee.

Ik overleg met mijn vader, we bespreken het bericht van het hoogwater in Zuid-Limburg, en schatten de gevolgen voor onszelf in. Het ziet er volgens ons niet goed uit. Het water komt hoger dan het al jaren is geweest, We weten nog de hoogwaters van 1980 en 1984 en nu zal het fors hoger komen.

Ik neem contact op met de gemeente en leg de situatie voor. Ik heb het gevoel dat ik niet word begrepen, maar na lang aandringen zullen ze zand brengen om ons te beschermen. En jawel hoor, er komt zand. Eén vrachtwagentje met ongeveer 5 kuub zand… Terwijl we misschien wel 500 kuub zand nodig hebben om ons te wapenen tegen het hoge water wat in aantocht is. Ik vraag aan de gemeentewerkers wanneer ze de rest komen brengen? Ze kijken me vol ongeloof aan. Een van de twee zegt tegen mijn vader dat hij mij in de gaten moet houden, want “hij draait door”. Ik hoor het en word behoorlijk boos. Ik vertel hun “dat het water hier snel zal komen, en dat het bij ons ongeveer een meter hoog komt te staan op het bedrijf. Over enkele dagen zal Arcen onder water lopen en dan weten jullie niet meer waar jullie wezen moeten”.  Ik bel nog naar het gemeentehuis, maar geen gehoor, het is weekend…

We gaan het zelf dan maar regelen. De loonwerker en een bevriende agrariër worden ingeschakeld om dijken rondom het bedrijf aan te leggen. Vrienden, buurtgenoten en bekenden komen helpen. We werken dag en nacht om het voor elkaar te krijgen. Dan komt de loonwerker naar me toe, hij moet vertrekken naar Arcen. Arcen dreigt onder water te lopen, hij moet op bevel van de Burgemeester vertrekken. Daar sta je dan met al je goede bedoelingen. Eerst wordt je niet geloofd en daarna pakken ze je de hulp die je zelf inschakelt ook nog af.

We gaan door. In huis wordt er zoveel mogelijk in veiligheid gebracht voor het geval het mis mocht gaan. De benedenverdieping wordt zoveel mogelijk ontruimd. De deuren, keukenkastjes, meubels en de vloerbedekking worden op een hogere plek gezet. Zelfs de kerstboom wordt hogerop geplaatst.  En de dreiging wordt steeds groter. Via de plaatselijke LLTB-afdeling zijn er al evacuatieplannen gemaakt voor het vee. Er wordt keihard doorgewerkt, maar langzaam komt toch het besef dat we het niet gaan redden zo. Er moet iets gebeuren. Ik bel de LLTB om 12 uur ’s nachts. En een half uur later staan er 10 collega-boeren met trekker en veewagen op het erf om de 130 dieren op te halen en naar andere stallen te brengen in de buurt. Een heel onrealistisch beeld, het hoge water en lege stallen. Op 1 koe na, die staat op het punt te bevallen. Uiteindelijk heeft ze om 6 uur in de ochtend een kalf gekregen. Koe en kalf worden ook vervoerd naar een stal in de buurt. De kinderen zijn inmiddels bij opa en oma ingetrokken. Er wordt door diverse mensen nog hard doorgewerkt om te redden wat er te redden valt. Stroom afsluiten, waardevolle spullen hogerop zetten, enz.  Ik ga na een nacht zonder geslapen te hebben naar de melkkoeien die bij de familie Van de Venne in Velden staan. Ze moeten ook nog gemolken worden. Voor de koeien is het ook allemaal wennen. Op transport geweest, andere stal, tussen andere koeien, ander voer, andere melkstal. Samen met Ton en zijn vrouw hebben we alle koeien gemolken. Na een kop koffie ben ik weer naar de Voort gereden.

Voordat ik thuis was zag ik vanaf de Rijksweg al dat het mis was. Het bedrijf en de woning stonden in het water, de dijk had het begeven om half acht. De dijk was niet meer opgewassen tegen het stijgende water. Diegenen die er nog waren moesten rennen om zichzelf in veiligheid te brengen. Ik reed door tot bij Schoofs voor de deur, veel verder ging niet meer, daar stond het Maaswater al. Verslagen door vermoeidheid, de tegenslag en de frustratie brak ik. Ik heb een tijd bij Twan en Mie binnen gezeten en ben daarna naar mijn schoonouders gereden waar Marion en de kinderen waren. De dagen erna werden we geleefd. Er kwam heel veel steun uit allerlei hoeken, onverwacht en hartverwarmend.

Op kerstdag kwamen vrienden naar de Voort. Zij hadden bootjes geregeld om onze ouders op te halen die een eindje verderop woonden. We hebben met 2 bootjes ongeveer 500 meter naar boerderij Heiligershof geroeid waar mijn ouders waren. We hebben ze daar opgepikt en naar de droge kant gehaald waar we samen een kerstmaal hebben genuttigd.

De dagen daarna reed ik naar alle plekken waar ons vee stond gestald en heb ik nog op diverse plekken geholpen om de schade van het hoogwater te beperken.

Dagen later ging het water zakken, de troep was niet te overzien. En toch moest het opgeruimd worden, maar hoe? Toen was er ook weer die hulp van iedereen, zo mooi. Familie, buren, bekenden en onbekenden. Iedereen stak de handen uit de mouwen. Langzaam maar zeker begon er weer licht in de duisternis te komen. Ik kreeg weer de energie om verder te gaan. Uiteindelijk konden we weer in de woning en konden de koeien terug op stal. De gevolgen lieten zich nog maanden merken. Nikki had heel veel last van het vocht in de woning. De voerkuilen hadden in het water gestaan en was in kwaliteit hard achteruitgegaan met als gevolg minder melkproductie. Diverse koeien hadden stress en werden daardoor eerder ziek, of verworpen hun vrucht. Machines die in het water hadden gestaan werkten niet meer, enzovoort. Maar uiteindelijk konden we weer vooruit.

Ik moest nog denken aan de gemeentewerkers en de “spoorloos verdwenen” Burgemeester. Hun woorden en hun onbegrip voor de situatie spelen nog vaak door mijn hoofd. In september 1994 was het in de woning weer droog genoeg om de vloerbedekking terug te leggen. Gelukkig wisten we toen nog niet wat ruim vier maanden later zou gebeuren, het hoogwater van 1995…

Januari 1995. Er dreigde weer een hoogwatergolf te komen van de Maas. We waren amper bekomen van het hoogwater van 1993 en we zagen allerlei scenario’s alweer de revue passeren. Het zou iets anders lopen. In 1994 is er een andere burgemeester gekomen en die had wel een noodplan gereed voor dit hoogwater. Echter wij zitten in zo’n overstromingsgevaarlijk gebied dat we wel weer met alles moesten evacueren. Vrouw en kinderen weer naar de schoonouders. Het vee werd weer verplaatst naar stallen waar plek was in Velden en Swolgen. Er werden nooddijken aangelegd. Het ging in eerste instantie voorspoedig totdat de korrelmix schaars werd. Toen moesten we met zandzakken de dijken ophogen om het water tegen te houden. Met honderden vrijwilligers hebben we duizenden zandzakken op de dijken in Lomm en Velden gelegd. Dag en nacht werd er doorgewerkt, desnoods in ploegendienst, maar zandzakken werden er gelegd. Zelfs tijdens het Prinsenmatinee in Lomm dreigde de dijk ergens in Velden te breken en uit voorzorg zouden we in de Voort een extra nooddijk leggen. Ik belde een vriend op die op het Prinsenmatinee was om rond 18 uur met een man of 10 te komen. Het ging blijkbaar als een lopend vuurtje door de zaal en om kwart voor zes waren er 40 man.

Maar het uiteindelijke resultaat mocht er zijn, het hoogwater werd tegengehouden. Op 1 februari was het hoogste punt en net op die dag kwam koningin Beatrix bij ons op bezoek, op de verjaardag van mijn moeder.

Ook deze keer viel er na het hoogwater weer veel te regelen, op te ruimen en in te ruimen. Ook het vee moest weer terug de stallen in. Ook toen hebben we weer heel veel hulp gekregen van vrienden, buren en bekenden. Dit gaf een mooi warm gevoeld, je krijgt het gevoel dat je er niet alleen voor staat.

Bij deze nog dank aan iedereen die hoe dan ook heeft geholpen met de hoogwaters van 1993 en 1995. De saamhorigheid en de hulp zal ik nooit vergeten. Waar een klein dorp groot in kan zijn.”